Event
Hopeloos geval
Onlangs heeft mijn labrador een C-diploma gehaald bij de KNJV-proef in Anna Paulowna. Op zich is dit feit natuurlijk niet zo bijzonder, temeer omdat de hond al bijna 7 jaar is, maar voor ons was het heel speciaal en ik zal proberen uit te leggen waarom.
In 2006 kwam er abrupt een einde aan mijn werkzame leven toen ik werd afgekeurd. Een jaar daarvoor was de diagnose al gesteld: MS. Mijn leven bestond in die periode voornamelijk uit slapen, zo’n 16 uur per dag. In combinatie met een onvervulde kinderwens en wat relaties die op niets uit waren gelopen, leek de aanschaf van een hond de ideale oplossing: ik zou een maatje hebben, iets om voor te zorgen en, vooral, het zou wat regelmaat in mijn leven brengen. Echter, ik wist bijna niets over honden, dus las ik over alles wat met honden te maken had, koos uiteindelijk voor een zwarte labrador, kocht een uitzet en schreef me in voor een puppencursus bij een kynologenclub. De fokker vond ik via de Nederlandse Labradorvereniging en ze vertelde dat haar eerste lab een blonde was, waarmee de kennelnaam, Goldy Locks, was verklaard. Enfin, eind maart 2007 mocht ik de pup met de naam Goldy Locks Prince Roló ophalen. Ik noemde hem Blixem.
Na de puppencursus hebben we nog wat vervolgcursussen gedaan en hoewel Blixem zich ontpopte als een dondersteen, deden we het helemaal niet gek. In die periode hoorde ik voor het eerst over jachthondentraining. Op internet vond ik een workshop bij Koos Kommers en besloot me op te geven. Immers, ik had inmiddels al zo veel geleerd over honden en hun training, dat dat moest gaan lukken. Ik heb me zelden zo vergist! De workshop duurde de hele dag en we werden verwend met koffie, lunch en borrel toe. Blixem zag een groot veld en allemaal hondjes en wilde spelen! Hij wilde maar niet begrijpen dat dat vandaag niet de bedoeling was, dus was het “foei” en “nee” niet van de lucht! Tijdens de pauzes heb ik 386 vragen op Koos afgevuurd, die hij stuk voor stuk geduldig heeft beantwoord en ik zoog alle informatie gretig in me op. Het gevolg was dat ik ’s avonds halfdood thuis kwam en snikkend van vermoeidheid aan mijn vriendje Chris vertelde dat het leuk was en dat we dit gingen doen.
Blixem was inmiddels een jaar oud toen de cursus Zelfopleiding Jachthonden van de KNJV startte. Door de workshop bij Koos en alle informatie die ik had verzameld, had ik natuurlijk een enorme voorsprong op mijn klasgenoten. Nee, wederom FOUT! De eerste les begon met een zeer vriendelijke, maar korte, kennismaking, waarna Trainer 1 overging op Chinees. Kennelijk was ik de enige in de groep die er niets van begreep, maar gelukkig was er een aantal hulpvaardige klasgenoten die de boel zo nu en dan voor me vertaalde. Natuurlijk begreep ik wel dat als wij aan de beurt waren en er iets in de lucht gegooid werd, Blixem het moest ophalen en naar mij moest brengen, maar ik kon maar niet onthouden dat zoiets een markeerapport heette. Maar goed, Blixem zat naast me, er viel iets en ik riep APPORT. Als een kanonskogel vloog Blixem eropaf, pakte de dummy, ging hem trots aan de helper laten zien, deed een plasje en een ererondje, liep richting mij, deed nog een rondje etc. Intussen stond ik maar te schreeuwen en te schelden, blies m’n gehele longinhoud leeg in het fluitje, brulde 28 commando’s (waarvan 27 volledig irrelevant), riep tussendoor ook nog dat hij braaf was en rukte, zodra ik de kans had, de dummy uit zijn bek. Ziezo, volgende! Tijdens deze cursus vertelde ik thuis natuurlijk dat Blixem het geweldig deed en misschien had ik in werkelijkheid nog niet eens zoveel reden om te klagen, ware het niet dat tijdens een van de lessen zich het volgende voordeed. Ik had van de opdracht niet veel meer begrepen dan dat ik Blixem de duinen in moest sturen en “zoek apport” moest roepen. Blixem zou dan met de eend in zijn bek naar me terugkomen en aan mij afgeven. Zo gezegd, zo gedaan en nu maar wachten… Toen er een tijdje niets gebeurde ging Trainer 1 toch maar even kijken of Blixem de eend soms niet kon vinden en ik hobbelde er achteraan. Ik zag nog nét een oranje snaveltje in zijn bek verdwijnen en Blixem keek me voldaan aan. Het lijkt me niet nodig om het daaropvolgende moment te beschrijven, maar ik kan wel vertellen dat het ten aanzien van Blixem niet zo aardig was. Trainer 1 noemt het “buitdrift”.
Na dit incident verbeeldde ik me dat we niet zo heel veel aandacht meer kregen. Mijn hond was hard in de bek en dus een hopeloos geval. Eigenlijk waren wij zonde van de tijd, maar uit beleefdheid en omdat ik nu eenmaal een betalende klant was, mochten wij nog voor spek en bonen meedoen. Het gevolg was dat mijn zelfvertrouwen tot het nulpunt was gedaald en ik me bijna schuldig voelde voor de tijd die de trainer nog in ons stak. Alle oefeningen heb ik sindsdien zo snel mogelijk proberen af te raffelen en rukte alle geapporteerde waar onmiddellijk uit Blixems bek, zodra het binnen mijn bereik was. De gaatjes die in de dummies verschenen werden alsmaar groter en dieper, dus waarom ik me heb opgegeven voor het 2e seizoen? Eerlijk gezegd heb ik zelf ook geen idee, maar het zal iets te maken hebben gehad met de winterrust, niet willen opgeven en het feit dat Blixem zijn kop zo leuk schuin houdt en hard kwispelt als ik op een kinderlijk toontje vraag: “moet Blixem naar school?”. Wat zeker ook zal hebben meegespeeld is dat we in de winter na de cursus met een paar mensen van de zomercursus zelfstandig hebben geoefend, wat erg fijn was. Op een bepaald moment kwam er iemand meedoen die ik niet kende, maar die vrijwel onmiddellijk de groep “overnam”, oefeningen bedacht en instructies gaf. En terwijl ik dat in bijna alle gevallen zeer irritant zou hebben gevonden, vond ik het, gek genoeg, erg prettig. Deze man had er duidelijk niet alleen veel verstand van, hij kon ook goed uitleggen waarom hij dit of dat vond. Daarnaast was hij heel relaxed. Zijn naam was Ralph Bosch.
In ieder geval, ik had me opgegeven voor KNJV-seizoen 2. Ergens in mei begon ik me af te vragen wanneer de cursus zou beginnen, want volgens mij was het vorige keer al vroeger gestart. Voorzichtig informeerde ik bij mijn klasgenootjes van vorig jaar, die verbaasd reageerden: “Wij zijn al 3 weken bezig!”. Trainer 2 bleek het schema naar een verkeerd email adres te hebben gestuurd en reageerde laconiek met een “kan gebeuren”. We zijn nooit dikke vrienden geworden, maar ik gaf hem een kans… Na een paar lessen had hij door wat ons probleem was en zei me voor elk apport dat ik rustig moest blijven. Natuurlijk werd ik dan als bij toverslag de rust zelve…………
Cursus 2 bij trainer 2 ging voorbij en we hadden bijna niets bijgeleerd, sterker nog, waren we zo mogelijk niet nog verder achteruit gegaan? Of kwam dat alleen maar door het dode konijn wat Blixem gevonden en opgevreten had op het Kooypunt, waar net het gras was gemaaid? In ieder geval werd de stress en dus het bijten en kauwen op de apporten alleen maar erger.
Ik schreef mijn hopeloze gevalletje in voor zomercursus 3 bij, wederom, trainer 2. We rommelden wat door totdat de bom barstte toen er een apport te water werd gegooid en de hond die het moest apporteren niet de sloot indook maar op Blixem afstoof en hem aanviel, terwijl Blixem geconcentreerd de eend bestudeerde die in het water lag. Trainer 2 reageerde, in mijn ogen, weer eens niet daadkrachtig. Ik had er genoeg van en ging, tamelijk overstuur, naar huis. Tot mijn grote vreugde kreeg ik aan het eind van die zomer een mailtje van Ralph Bosch dat hij wintertrainingen ging geven en of ik mee wilde doen? Hij wist zeker niet meer wie wij waren, of hij zat wel heeeeel erg in geldnood.
Die winter heb ik meer geleerd dan in al de jaren daarvoor en ik kan wel zeggen dat ik toen eigenlijk pas met de jachttraining begonnen ben. Eindelijk had ik door hoe en, vooral, waaróm ik dingen deed die ik deed. Het drong tot me door dat Blixem al lang doorhad wat de bedoeling was, omdat hij geboren is met een bepaalde hoeveelheid kennis (instinct), die ik m.b.t. het onderwerk Jacht niet had. Ik moest dus getraind worden om de stress bij Blixem weg te nemen! Niet Blixem, maar ikzelf was het hopeloze geval! Ralph zei natuurlijk ook dat ik rustig moest blijven, maar hij zei het niet alleen, hij dwong me er simpelweg toe. De manieren die hij verzon om dat voor elkaar te krijgen, zonder mij knock-out tegen de grond te slaan, getuigen van veel creativiteit, inventiviteit en lol in het werk. Zo moest ik eens bij de waterkant gaan zitten en net zo lang ‘pieppiep’ zeggen tot Blixem met apport uit het water kwam en het netjes aan me af zou geven. Daar zat ik dan met mijn ‘piep-piep-piep-piep” totaal voor schut, maar tot mijn grote verbazing ging Blixem naast me zitten met een niet-gekraakte eend in z’n vang. Het kwartje was gevallen.
Ik zou liegen als ik zou zeggen dat de problemen vanaf dat moment allemaal waren opgelost. Ten eerste zijn theorie en praktijk twee totaal verschillende dingen en ten tweede was er heel wat werk aan de winkel om de fouten, die ik er zelf in had getraind, er weer uit te krijgen! Voor het eerst in tijden had ik weer hoop, hoewel ik altijd in mijn achterhoofd gehouden heb dat Blixem nooit mee zou kunnen doen aan een proef met koud wild en dus altijd een beetje het hopeloos gevalletje in de groep zou blijven. Toch gingen de oefeningen na een aantal trainingsblokken iets beter en werd zelfs het bijten in de apporten iets minder. Ralph maakte het iets moeilijker en onmiddellijk kwam het gedrag terug. Dapper zetten we door en gaandeweg werd ik steeds nieuwsgieriger naar die proeven waar men het altijd over had. Stoutmoedig schreef ik me in voor de proef op Texel om eens te kijken hoe dat nou zou gaan. Vroeg op en met veel brood, drinken en goede raad mee gingen we op pad en had Blixem zijn eerste ervaring op een boot. Na alle formaliteiten en lang wachten, konden we eindelijk van start met de 1e oefening. Wij waren ingedeeld in de groep die zou beginnen met een apport te land (oftewel het konijn). Er vloog een konijn door de lucht, er klonk een schot, “apport” en Blixem stoof weg. Vertwijfeld keek hij naar het konijn, raapte het op, gooide het neer, pakte het weer op, beet er hard in, liet het aan de helper zien, klemde zijn kiezen op elkaar met het konijn ertussen en sukkelde naar me toe. Tot slot klonk er nog een harde KKKRRKK door het bos en vertelde de keurmeester dat hij dit met de beste wil van de wereld niet kon goedkeuren. Al met al had de hele oefening zo’n, pak-em-beet, 15 seconden geduurd en konden we weer naar huis met een dikke D die voor eeuwig achter onze naam zou staan. “Gratis af te halen zwarte labradorreu met 15 seconden KNJV-proef ervaring”. Nooit iemand op gereageerd…….
Natuurlijk trainden we gewoon met veel plezier verder. De Jachthondenschool van Ralph was intussen razend populair geworden en kreeg de chique naam “Infinity Gundogs”. Daarnaast had Ralph ook nog ‘even tussendoor’ zijn jachtakte gehaald en had zelden een tekort aan kauwtjes en kraaitjes, die Blixem natuurlijk allemaal kapotbeet of zelfs met huid en veren verslond. Eigenwijs als ik ben en niets geleerd van mijn Texelse debacle schreef ik me in voor de proef in Anna Paulowna. Deze keer meer geluk bij de indeling van de groepen, want we begonnen met “aangelijnd en los volgen” in de vorm van een 8. Door toch wat zenuwen ging dat niet vlekkeloos en kregen we een mager 6-je, maar we mochten door. Zo ver hadden we het op een proef nog niet geschopt, dus ik was blij. Voor het “vooruitsturen en komen op bevel” haalden we, tot mijn eigen verbazing, een 7. Gelukkig liet het konijn nog even op zich wachten en mochten we eerst de eend uit diep (nou ja, diep?) water halen: een 6. Huh? Was de eend niet kapot dan? Ik was blij dat we al 3 onderdelen hadden gehaald, 3 meer dan bij de vorige proef. Na het konijn zou ik naar huis kunnen, maar ik was toch erg tevreden over deze prestatie. Toen geschiedde er een wonder: het konijn vloog door de lucht, er klonk een schot, Blixem bleef keurig wachten op mijn ‘Apport’, stoof naar het konijn, liet het trots aan de helper zien, kwam naar mij toegerend en…. het bleef stil! In dit geval heb ik, net zoals ik in het begin altijd deed, snel het konijn aangepakt en aan de keurmeester gegeven. Die gaf ons een 7 en ik ging uit mijn dak!!! Nog maar 1 onderdeel een we hadden een C-diploma op zak. Het ‘houden van de aangewezen plaats’ was de enige oefening die Blixem vrijwel altijd foutloos deed en daarvoor kregen we een 10. Hoera! Die dag hadden wij van alle combinaties met een diploma het laagste puntentotaal (36), maar ik heb staan juichen en het diploma na ontvangst trots omhoog gehouden. Mijn hopeloos geval en mijn hopeloze zelf hadden een overwinning behaald die niemand ooit voor mogelijk had gehouden!
Na de felicitaties over een weer van mijn teamgenoten heb ik direct Ralph ge-smst, die, naar eigen zeggen, kippenvel kreeg na het lezen van mijn bericht. Als verrassing kwamen hij en Machteld van der Linden (alias De Juffert) mij persoonlijk nog op het proeventerrein feliciteren. Als ik er aan terugdenk, word ik weer blij!!! En Blixem? Die is volgens Ralph klaar voor een B-diploma, nu ik nog!
De afgelopen 6 jaar heb ik veel geleerd over honden en mensen, maar vooral over mezelf. Mijn gezondheid is niet perfect, maar ik kan me prima redden. Vriendje Chris die kort na Blixem in mijn leven kwam, is inmiddels mijn echtgenoot en in plaats van met kinderen, zijn we compleet met Storm de Engelse bulldog en de kippen.
Tot slot wil ik nog benadrukken dat de vele fouten die ik gemaakt heb ten aanzien van mijn hond, volledig voor mijn rekening komen en niets te maken hebben met de bekwaamheid van genoemde trainers en/of de hond, maar voor ons is er maar 1 trainer en dat is Ralph Bosch/Infinity Gundogs, in jachtkringen beter bekend als “DE TRAINERT!”
Marion Plugge