veldwerk
veldwerk
Veldwerk, het ogenschijnlijk simpele spelletje met de wind. Veldwerk betreft werk van de hond vòòr het schot. Waar het zweetwerk en het apporteer werk altijd werk na het schot zijn, is veldwerk dus werk voor het schot. Veldwerk is het werk dat typisch bedoeld is voor staande honden en zoals de naam van onze hond het al zegt (Weimarse Staande Hond) is dit werk uitermate geschikt voor de weimaraner. Dus om de voorgaande zinnen samen te vatten kun je over veldwerk zeggen: voor het schot en ogenschijnlijk simpel. Gezien de ruimte hier te beperkt is om het veldwerk in zijn geheel te bespreken beperken we ons even tot de twee vet gedrukte punten.
Voor het schot:
De taak van de staande hond is het opsporen en aanwijzen van het in het veld aanwezige veerwild. Als de hond het veerwild gevonden heeft en het aanwijst blijft hij staan totdat de (voor)jager bij de hond is. Als de (voor)jager bij de hond is (en niet eerder) kan het wild uit het veld gestoten worden, het wild gaat op de wieken en kan geschoten worden. Hierna mag de hond het geschoten wild apporteren en laat dus nog een stukje werk na het schot zien.
Ogenschijnlijk simpel:
Als u de voorgaande passage gelezen heeft kan de indruk ontstaan dat het veldwerk niet echt moeilijk kan zijn. Schijn bedriegt echter, er komt nogal wat bij kijken en er wordt heel wat van de hond en de (voor)jager gevergd. Hieronder worden een paar kwaliteiten beschreven die de hond moet bezitten om zijn werk in het veld goed te kunnen doen.
Zoeken:
Een (staande) hond zal van nature altijd tegen de wind in willen zoeken. Dit doet de hond door te revieren of te flankeren. In feite loopt de hond een zig-zag patroon over het veld waarbij de hond 90 graden op de wind werkt en het veld tegen de wind in aanpakt. De hond werkt tegen de wind in omdat de hond dan het beste kan ruiken wat er zich in het veld bevindt (verwaaiing). U kunt zich wellicht voorstellen dat de geuren van het wild makkelijk met de wind mee gaan en dat de hond als hij tegen de wind in werkt de meeste kans op een goede verwaaiing heeft. De hond dient dit ook nog eens te doen met een hoge kophouding.
Stel u zet de hond in in een bietenveld of een aardappelenveld. Als de kophouding nu laag is, m.a.w. de hond loopt met zijn neus op de grond, zal de kop van de hond zich onder de begroeiing buiten het bereik van de wind bevinden en kan hij dientengevolge geen verwaaiing krijgen. Het enige dat de hond nu ruiken kan zijn sporen van de in het veld aanwezige fauna (voetverwaaiing).
De voorjager zal er voor moeten zorgen dat de kophouding zo hoog mogelijk zal zijn zodat geen stukje verwaaiing gemist wordt en het veerwild vastgezet kan worden. (Daarover straks meer) Een zeer lastige taak voor de voorjager
Voorstaan:
Het voorstaan is de wijze waarop een staande hond het wild aan wijst. Meestal wordt gedacht aan de karakteristieke pose waarbij de hond helemaal verstrakt staat met een voorpoot omhoog. Ja, dat is voorstaan maar het is niet zo dat de voorpoot altijd omhoog moet. Wat er in feite gebeurt is als de hond verwaaiing krijgt hij midden in een stap verstrakt.
Bij een snelle hond zal het wild vaak verrast worden door de hond en zo plat mogelijk op de grond gaan liggen (drukken). Tijdens het voorstaan dient een hond een zodanige authoriteit uit te stralen dat het wild niet meer durft te bewegen en blijft zitten waar het zit. (men beweert wel eens dat de hond het wild dan hypnotiseert).
Een jonge en/of onervaren hond zal in het begin ook op loopsporen en op warme plekken (plek waar zojuist nog wild heeft gezeten) voorstaan. Het is echter gewenst dat de hond voorstaat op plekken waar 100% zeker veerwild zit. Hoewel het voorstaan an sich altijd in aanleg aanwezig zou moeten zijn (voorstaan is bijna of geheel niet aan te leren) zal de (voor)jager de hond duidelijk moeten maken dat het niet gewenst is dat de hond op bv. warme plekken voorstaat. Dit is te doen door de jonge hond heel veel onder het wild te brengen en hem prijzen tot hij er bij neer valt. Dit lijkt niet moeilijk maar ook dit is geen simpele taak voor de (voor)jager al was het om het feit dat er veelvuldig van veld naar veld gereden zal moeten worden en het feit dat er vaak vele kilometers gesleten worden om de hond te kunnen trainen.
Gehoorzaamheid:
Natuurlijk zal er enig appèl op de hond moeten staan, de hond mag niet achter haarwild aan, als de hond veerwild gevonden heeft en voorstaat zal hij moeten wachten op de (voor)jager eer de hond het wild uit mag stoten. Ook zal de hond op een fluitsignaal terug bij de (voor)jager moeten komen, hoe spannend het in het veld ook moge zijn, dit heeft met name te maken met een stukje veiligheid in het veld.
Als er teveel gehoorzaamheid van de hond geëist wordt zal dit kunnen resulteren in een hond die niet meer ruim zoeken wil. Te weinig gehoorzaamheid daarentegen zal resulteren in het te vroeg uitstoten van het wild of het hetzen (najagen) van hazen. Hier zal door de voorjager een gulden middenweg in gevonden moeten worden. Wederom geen simpele taak voor de (voor)jager.
Flora en fauna:
Bij het trainen van een hond in het veldwerk is het zeer waardevol zoniet noodzakelijk dat men iets weet over het veerwild waar men in feite op jaagt en zijn natuurlijke biotoop. Voorbeelden hiervan zijn:
Hoe gedraagt een fazant zich in de bieten, waar kan ik de fazanten in het veld vinden en waarom. Verdiep u eens in hazen, het is namelijk erg handig als je bv. kunt beredeneren waar bijvoorbeeld een hazenleger zich zou kunnen bevinden. Welke problemen kan ik verwachten in de wintertarwe of in de groenbemesting. Hoe gedraagt de flora en fauna zich ten opzichte van verschillende windrichtingen etc.etc. Hoewel dit vaak een zaak van ervaring is kan het helpen als men zich hier eens in verdiept. Praat eens met ervaren mensen, ga eens met een agrariër praten, deze mensen moeten leven van hun land en zijn wat dat betreft vaak een wandelende bron van informatie. Stel u eens op de hoogte van de lokale gebruiken, de DO’s and DON’Ts zo u wilt. U voorkomt hiermee iemand op de tenen te trappen en men is eerder geneigd u te helpen als u zich aan de lokaal geldende, vaak ongeschreven, gebruiken conformeert.